De Alpe d’Huez
Vlaamse gastvrijheid is ongekend. Om kwart voor twee ‘s nachts arriveren we in Auris-en-Oisans, een dorpje halverwege de Alpe d’Huez. Pak de afslag vanaf bocht 16 en volg een fantastische smalle weg langs de klif van het bergmassief! Frédéric (Legenduro) komt ons tegemoet op het centrale parkeerpleintje van het dorp. Hij was bang om ons telefoontje te missen midden in de nacht en staat dus direct paraat wanneer we hem bellen. De huizen zijn strak op elkaar gebouwd op de schaarse vlakke plekken, dus we lopen de laatste 200 meter naar de accommodatie. Morgen gaat de wekker vroeg voor bike-dag 1!
Voor één weekend biken zijn we afgereisd van Nederland naar de Franse Alpen. Twee dagen reizen (1 heen, 1 terug) voor een weekend (anderhalve dag biken) lijkt buitenproportioneel, maar alleen al het uitzicht de volgende ochtend is het waard! Om ons heen de toppen van Pic Blanc, Parc National des Ecrins en La Meije. Het gebied bestaat uit 6 valleien, en heeft dus genoeg bikemogelijkheden.
Hit the trails!
Wij, Trail-Addicts Rik en Bram, en bikevriend Gert beginnen met een korte auto-shuttle naar Auris station 5 kilometer verderop. We zijn nog niet helemaal fit na een lange reis, dus de eerste meters shuttelen is zalig. Daarnaast hebben we bij Legenduro aangegeven dat we zoveel mogelijk verticale meters willen pakken in zo’n kortmogelijke tijd. We schuwen de uplifts dus niet en gids Frédéric weet de liften fantastisch aan elkaar te linken.
Vanaf Auris is het mogelijk een lift te pakken, maar wij peddelen een kleine 250 hoogtemeters omhoog om (na een versgemaaide Alpenweide) uit te komen bij een flowy trail langs de bergrivier. In een treintje rijden we om grote rotsblokken en over wortels parallel aan de rivier naar beneden. Niet steil, dus een fijne opwarmer. En al na een paar meter merk je dat iedereen al zijn eigen lijn zoekt op de trail. Gebruik je de rotsen om over obstakels te hoppen, of steek je kaarsrecht rechtdoor?
Op zoek naar flow?
Een oud gondelliftje brengt ons daarna naar het bergdorp Alpe d’Huez. Exact op de plek waar de Tour de France etappe finisht rijden wij door, naar het begin van de lift. We warmen op in het Alpe d’Huez bikepark. De eerste kombochten zijn sketchy en ik verlies mijn voorwiel in de stoffige bocht. De landing *plof* is wel zacht; het heeft al zeker anderhalve maand niet meer geregend.
Vandaag mogen we kiezen: een trail met veel wortels of switchbacks? We geven te kennen dat de switchbacks niet echt onze specialiteit zijn (waar moet je deze immers oefenen in de lage landen?), dus kom maar op met die wortels! Na een lunch bij de zendmast vervolgen we onze weg. Hey! Eén, twee, drie, vier … dat zijn redelijk wat switchbacks achter elkaar. Frédéric grijnst: de switchback trail is toch té mooi om links te laten liggen. En, verrek, we worden er nog handiger in ook. We dalen snel en komen door het bos uit in Allemont. De finishplek van de Megavalanche, die dit weekend ook verreden wordt. Samen met deelnemers met startnummer stappen we (met een Magnum als herstelhap) in de shuttlebus die ons gratis omhoog brengt naar Oz. We zullen ook eens die Megavalanche qualifier track gaan verkennen. Frédéric (die in 2014 deelnam aan de modderigste Megavalanche editie ooit) geeft aan dat het eígenlijk een flowy track is, maar dat je de lijn wel moet leren zien – anders is het hangen en wurgen om beneden te komen. We laveren tussen de rotsen door en een verdwaalde Engelsman geeft ons tips om een bepaalde sectie snel te kunnen nemen, zelf is ‘ie er flink gecrashed.
Een geweldige dag met bijna 4.000 verticale meters! De laatste verbindingstrail naar huis loopt via de Sarenne. Sommige stukken zijn aangeduid als EN (enduro) track, en andere als XC track. Maar ook op die XC tracks kun je flink wat technische passages verwachten! Dit is geen hardtail terrein.
Bikefriendly ‘catered chalet’
In de ruime chalet wassen we de stof van ons af, checken we de krassen van de dennenbomen op onze scheenbenen en zien we de eeltplekken in onze handpalmen langzaamaan groeien. Na het eerste biertje en een verfrissende douche staat een geweldig driegangenmenu vol groentes uit eigen tuin op ons te wachten. Anne, de vrouw van Frédéric is een geweldige kokkin (oh, en biken kan ze ook!). Vanuit Les Goûts et Couleurs werken ze samen aan het concept ‘catered chalet’. Je huurt een chalet-accommodatie (dus geen krappe hotelkamer) inclusief de service van ontbijt en diner. Op dit moment in La Balme, maar dat kan op verzoek ook op een andere locatie als je bijvoorbeeld tijdens wintersport graag dichter aan de piste zit. Deze avond eten ze gezellig met ons mee, en worden we stiekem wat jaloers op hun keuze om zich hier in de Alpen te vestigen.
Na de bikewash schuiven we nog even aan bij het huis van Anne en Frédéric, een paar stappen vanaf het chalet. In de schemering zien we aan de overzijde van de vallei Les Deux Alpes liggen, onze locatie van morgen. We proosten er alvast op met een glas Genepi.
Mountain of Hell
Half negen, zondagochtend. Ontbijt en in de auto! Crankworx is bezig, dus kijken naar de slopestyle kan, maar liever halen we zelf zoveel mogelijk uit deze dag! Even opwarmen op een bikepark-track. Hmm, iets teveel remputten. “Geen probleem”, zegt Frédéric. We skippen het laatste stuk en duiken een overwoekerde oude trail op. Daar heb je een gids voor! Waanzinnig hoe hard je je bike durft te laten lopen over de losse rotsen. Eén dag biken in de Alpen levert je dus al direct meer skills op!
Frédéric legt uit dat dit gebied compleet verschillend is van Alpe d’Huez, waar we gisteren zijn geweest. Hier zitten we echt in een bikepark met aangelegde tracks vol kombochten en jumps, terwijl Alpe d’Huez hoofdzakelijk natuurlijke trails heeft van het kaliber ingereden wandelpaden. Die rijden wij het liefst, dus we verlaten de bikepark-tracks. Onze gids kent óók in Les Deux Alpes ‘natuurlijke’ trails. Zo raast de track van Mountain of Hell – die maar één keer per jaar wordt bereden – nu onder onze noppenbanden. En hij ligt perfect! Toch stappen we een keer af. Steile rockgardens met opgewaaid zand zijn te lastig om te rijden. Daarna is het weer full throttle achter Fré aan.
Op een plek waar we even inhouden voor een foto, komt hij terug. Bang dat we van de off-camber trail af geglipt zijn? Misschien. Maar gewapend met camera én medic kit is geen overbodigheid. De rotsen zijn scherp; hier wil je niet vallen.
Hierna rijden we echt over een maagdelijke trail. Het is hoofdzakelijk een wandelpad, maar ook wandelaars komen we niet tegen. In wat krappe ‘chutes‘ moeten we echt wat afstand van elkaar nemen om de stofwolk neer te laten dalen. Frédéric is blij dat deze ene lift aan deze kant (van Mont de Lans) van Les Deux Alpes nog draait. Met zoveel liften is het nog steeds mogelijk rustige en natuurlijke trails te vinden, en zit je niet gelimiteerd aan het bikepark.
Met geweldige bike-ervaringen en een nog een bordje lasagne om de volgende 1.000 kilometer op te kunnen teren, rijden we moe en voldaan terug naar Nederland. Het is het waard!